Schuilkelder in het toenmalige aanmeldingslokaal van de dokwerkers, heden politiebureel op de Houtdok.
Deze schuilstructuur is te vinden langs de Houtdok langs de Houtdoklaan. Heden is dit een politiebureel.
Ten gevolge van de meidagen '40 en het opblazen van de Muidebrug, liep het origineel hier aanwezige politiebureel zeer veel schade op. De er geposteerde politiediensten dienden dan ook tijdelijk te verhuizen naar de gebouwen van het zwembad aan het Tolhuis.
Op 29 Augustus 1953 werd na de bouw van de nieuwe Muidebrug een bijzonder lastencohier gemaakt voor de renovatie (grotendeels herbouw) van het vroegere politiebureau. De plannen waren van architect J. Trefois en de aannemer voor de uitvoering van de werken was René De Vlaeminck uit Eeklo.
Na de verbouwing zou het gebouw 3 gedeeltes omvatten:
- Een politiebureau
- Een privéwoning voor de politiecommissaris
- Een schuilplaats voor 105 personen (Koude Oorlog dus)
De kostprijs toen bedroeg 1.404.507,92 BEF voor het politiecommissariaat, 492.143,15 BEF voor de woning en 318.788,70 BEF voor de schuilplaats. Dit maakte een totaal van 2.215.439,77 BEF. Omgerekend naar huidige levensduurtes zou dit anno 2013 neerkomen op 33.450.947 BEF of € 829.227,32 voor het gehele project of 4.813.394 BEF of € 119.320,91 voor de schuilstructuur alleen.
Origineel werd de bouw van het project geschat op 1 jaar en zou deze afgewerkt moeten zijn op 3 December 1955. Door echter vele problemen, vooral met slechte ondergrond, liepen de werken uiteindelijk uit tot 15 Maart 1957.
Details van de Schuilplaats
De buitenafmetingen van de schuilstructuur bedroegen ongeveer 10,50 m x 10,70 m. De binnenhoogte bedroeg 2.50 m.
Men merkt duidelijk (in gans de kelder trouwens) dat de buitenwanden wel dikker zijn dan normaal. De buitenwanden zijn overal tussen de 40 a 50 cm. Wel is het verschil dat de schuilstructuur volledig is opgetrokken in gewapend beton. De wanden van de overige keldergedeeltes zijn mogelijks opgetrokken in baksteen. Het plafond van de schuilstructuur bestaat uit een ter plaatste gestorte betonplaat. Allicht is dit identiek voor de rest van de andere kelderkamers.
In totaal heeft de schuilstructuur 2 toegangen. 1 is de standaard toegang tot de kelder vanuit het gebouw zelf, de tweede is een deur die vanaf de straat kan gezien worden.
De schuilstructuur heeft ook een nooduitgang maar deze bevindt zich merkwaardig genoeg in de zone die allicht niet meer bij de schuilkelder wordt gerekend maar deel uitmaakt van de eigenlijke kelder van het gebouw. Die kelder bevat op die manier nog 3 kelderkamers die ook wel gelijkaardige buitenwanden en een gewapend betonnen plafond hebben maar allicht nooit echt deel uitmaakten van wat werd voorzien als schuilstructuur.
De specifieke aanwezige schuilstructuur is allicht qua binnenruimte een kleine 100 m² groot. Officieel werd hij ontworpen voor 105 personen zitplaatsen te kunnen geven.
Het blijft wel een rare situatie dat de nooduitgang van de schuilstructuur niet direct aansluit bij de aanwezige schuilstructuur zelf maar wel bij het keldergedeelte aansluitend bij de schuilstructuur. |